PFAS

Veel Stabroekenaren maken zich zorgen over de uitstoot van Indaver, waar PFAS-houdend materiaal vermoedelijk op een te lage temperatuur verbrand wordt waardoor de PFAS-ketens niet afgebroken worden en via de schouw in de lucht komen. Voor de lozing in het water bestaan normeringen, waar Indaver overigens ook telkens uitzonderingen op aanvraagt, maar voor de uitstoot via de lucht niet. Alvorens na te denken over oplossingen voor het probleem, dienen we eerst de omvang ervan in kaart te brengen.

Wat wij willen

1. Normering van de uitstoot via de lucht

Indaver beschikt intussen over de technologie om de uitstoot via hun schouw te meten. Indien zij willen beweren dat de vervuiling niet van hen afkomstig is, moeten ze dit bewijzen door de resultaten van deze metingen openbaar te maken. Wij willen hier echter een stapje verder in gaan: de luchtkwaliteit dient gecontroleerd te worden door een onafhankelijk orgaan en hier moet een
wettelijke norm op gezet worden, die reeds duidelijk omschreven staat in het tweede rapport opdrachthouder PFAS-studie.

2. Grootschalig bloedonderzoek voor de inwoners van Stabroek

Volgens de presentatie die Indaver op de open milieuraad gaf, zou de PFAS-wolk over Stabroek vliegen en pas rondom ons – en dan vooral in Nederland – neerkomen. Hier is echter geen enkel wetenschappelijk bewijs voor. Los daarvan maakt het niet uit waar het terechtkomt, vervuiling blijft immers vervuiling.

Professor Jacob de Boer, toxicoloog aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, voerde bloedonderzoeken uit bij inwoners van Stabroek, waarbij enkelen onder hen gevaarlijk verhoogde waarden bleken te hebben.

Aangezien de deelnemers de kosten voor het laboratorium zelf dienden te betalen, was dit onderzoek echter te kleinschalig om als representatief beschouwd te worden.

Wij eisen daarom dat elke Stabroekenaar die in aanmerking komt voor dit onderzoek, de kans krijgt om dit op kosten van de gemeente te laten uitvoeren.

3. Compensatie voor veehouders

PFAS heeft de eigenschap zich te binden aan eiwitten, waardoor we het vaak terugvinden in eieren en vlees. In de plattelandsgemeente die Stabroek is, kunnen we alleen maar respect tonen voor de landbouwstiel. Op het gebied van veeteelt bijvoorbeeld beschouwen zij dieren nog steeds als levende wezens en niet enkel als een verdienmodel. Zij verzorgen hun dieren goed en bieden hen voldoende ruimte, waardoor hun winstmarge een pak lager ligt dan die van de grote kwekerijen.

Intussen zijn de eerste bodemstalen binnen waarbij een veehouder zijn volledige productie moest vernietigen. Aangezien het aanduiden van een schuldige een proces van lange adem is en gedupeerde veehouders vaak niet de financiële ademruimte hebben om hierop te wachten, dienen zij in eerste instantie door de overheid gecompenseerd te worden, die op haar beurt de vervuiler hiervoor kan doen opdraaien.

Indien er binnen een bepaalde perimeter geen vee meer gehouden kan worden, dient er actief mee naar een oplossing gezocht te worden voor de veehouders in kwestie.